Categorie archieven: Typewerk

Tubantia 14

Ik word afgeluisterd. En niet alleen door mijn eigen vrouw. Die dat doet uit liefde en genegenheid. Of door collega’s op zoek naar hele goedkope grappen. Ik word afgeluisterd door de overheid. En niet alleen de Nederlandse overheid. Die doen dat al sinds ik op mijn 16e riep dat het Huis van Oranje een boevenbende is. En ik woon nu eenmaal in een voormalige kapperszaak waar Prins Bernard zich regelmatig bij liet knippen. Die heeft zoveel microfoons geplaatst dat we een electronicazaak zouden kunnen beginnen. Maar nu blijkt dat ik ook word afgeluisterd door de Amerikanen. Dat komt omdat ik weleens schrijf over terrorisme. En als je waar dan ook ter wereld het woord terrorist typt, dan ben je er eentje. Ook de Chinezen luisteren mij af. Ik eet namelijk veel vaker dan de gemiddelde Nederlander bij de Chinees en ja, dat zien ze als bedrijfsspionage. Rare Chinezen. De Russen luisteren mij ook af. Dat is het gevolg van het beroerd werkende Google Translate. Schrijf maar eens iets over een doodgereden poes. Dan krijg je Pussy Riot. En dat maakt je tot een staatsvijand. De Duitsers luisteren mij ook af. Ik heb regelmatig een uitermate humoristische parodie op Adolf Hitler op de planken gebracht. En dat snappen ze niet. Want dat is humor. De Belgen luisteren me af sinds ik in de zomer van 1997 met mijn dronken kop over een auto van de Rijkswacht ben gelopen. Dus dat heb ik een beetje aan mezelf te danken. Sinds ik het een aantal weken geleden heb opgenomen voor Zwarte Piet word ik ook afgeluisterd door Desi Bouterse. Verder luisteren de Engelsen mij af omdat ik Ierland een schitterend land vind. En de Ieren luisteren me af omdat ik niks met het katholicisme heb. Sinds een kleine 3 weken word ik ook afgeluisterd door een groep ondernemers uit Oldenzaal die niet tegen kritiek kunnen. Ik word zeker afgeluisterd door Iran, Irak, Israël, Indonesië en Italië omdat ik heel vaak de letter i gebruik. En dat doe ik. Ik zou over kunnen stappen op de u van u maar ja dan krijg ik alleen het land Uruguay achter me aan. En dat is me te karig. Want als ik eerlijk ben, ik vind het heerlijk, al die aandacht. Al heb ik wel de camera van mijn computer afgeplakt met een stuk kauwgum. Ik zit ook weleens bloot achter mijn beeldscherm. En nu ga ik iets typen over Egypte. Want die heb ik nog niet.

Tubantia 13

En daar stond ik dan, op een druilerige vrijdagavond in november, voor de deur van het Post Plaza Hotel in Leeuwarden. Om 10 voor 1 ’s nachts zou ik daar samen met Dancing Dollekamp een heleboel dichters muzikaal ondersteunen. Geheel volgens het recept achter de wilde, roemruchte beat-dichters van weleer. Men neme een emmer met taal, een klein kopje schunnigheid, een halve liter bier, een paar fijne pretsigaretjes, een vuilnisbak vol met muziek en dan gaan met die banaan. En bovenal, geen enkele voorbereiding. Want dat is het motto dat voor de onzen heilig is: je moet de boel niet kapot repeteren. Het was erg rustig voor de deur van het Post Plaza Hotel. En toen bleek dat ik me toch iets beter had moeten voorbereiden. Ik was een dag te vroeg. Het optreden was op 23 november. En zuiver gezien had ik het gelijk aan mijn kant. Want om 10 voor 1 ’s nachts was het toch echt 23 november. En ik zou natuurlijk de organisatie kunnen bellen om te vragen waar ze de dichters en al het publiek hadden verstopt. En of ze onmiddellijk deze kant op zouden kunnen komen. Maar ik had het donkerbruine vermoeden dat ik daar toch net iets te weinig statuur voor bezit. Ik ben Miley Cyrus niet. Ik ben Meneertje Manuel maar. Dus zat er niks anders op dan met 475 kilometer per uur weer naar huis te rijden. Want ik had dorst. De volgende dag reed ik zowat geblinddoekt opnieuw naar Leeuwarden. Ik had mijn bandleden al op de hoogte gebracht van mijn reis de vorige dag. En verteld dat ik dat vaker zou gaan doen. Gewoon een dag eerder alvast naar het optreden te rijden om te kijken of er al iemand op ons stond te wachten. Want dan ben je toch een artiest van jewelste. Als er een dag van tevoren al fans voor de deur liggen. Het werd uiteindelijk een memorabel optreden met dichters in alle kleuren en smaken en muziek die op en neer stuiterde als een kangeroe op speed. En er stonden zelfs naakte meisjes te dansen. Al was dat in een seksclub aan de andere kant van de stad. Maar in dat weekend heb ik wel het middel gevonden om de terugloop in de hoeveelheid optredens op te vangen. Ik stap zometeen in de auto om naar Franeker te rijden. Daar heb ik op 19 december een optreden. Ik heb het gewoon hartstikke druk.

Tubantia 12

Afgelopen dinsdag stond ik in theater de Peeriscoop in Gorinchem. De Peeriscoop is het theater van Fred Delfgaauw. En Fred Delfgaauw is een volwassen man die nog speelt met poppen. Ik heb hem slechts 1 keer aan het werk gezien maar ik kan u verzekeren, Fred kan echt donders met poppen spelen. Na afloop van mijn optreden kwam hij me opzoeken in de kleedkamer. En na wat complimenten over en weer sprak hij met de hand op mijn schouders: “Een volk zonder vertellers gaat dood.” Dat klinkt waarschijnlijk zwaarder dan het bedoelt is, maar ik begreep zijn punt. Net als vele andere theatermakers in dit land had ook hij te maken met een matige zaalbezetting en zelfs optredens die moesten worden afgezegd omdat er werkelijk niemand een kaartje had gekocht. En daar kunnen de cultuurbarbaren in dit land lacherig over doen, een volk dat zich alleen nog maar laat vermaken door Geer en Goor en de muziekmafia uit Volendam valt rechtstreeks in de afgrond van de middelmaat. Nu wil het toeval dat ik een week geleden een bijna identiek gesprek heb gehad met Freek de Jonge. Over Freek kun je een heleboel beweren maar niet dat hij gespeend is van oprechte bevlogenheid. Ook hij had te kampen met een enorme terugloop in de publieke belangstelling. Ik heb daar een paar weken geleden een column over geschreven. Dat optreden dat werd afgezegd omdat er nog geen 300 kaarten waren verkocht, dat was een optreden van Freek de Jonge in Eibergen. Ik blijf er bij dat je nooit een optreden af moet zeggen, zelfs als er niemand op komt dagen ga je als theatermaker vol aan de bak, desnoods ga je zelf in de zaal zitten. Dat is gewoon een kwestie van heel snel heen en weer rennen. En ik weet dat er in de rest van de samenleving ook enorme klappen vallen. Maar als we theatermakers als Freek de Jonge en Fred Delfgaauw niet meer op hun waarde weten te schatten en ons geld liever spenderen aan oppervlakkige onzin dan gaan we het de komende jaren nog knap lastig krijgen. De helft van dit volk heeft nu al het idee dat de verkiezingen een soort van belspelletje zijn en het armzalige niveau van onze volksvertegenwoordiging maakt het er ook niet vrolijker op. Ik geloof niet dat een volk zonder vertellers dood gaat. Ik denk eerder dat ze dan terecht komen in een vegatieve toestand. En dat gaat pas echt klauwen met geld kosten.

Tubantia 11

Op mijn 47e gaat het er dan toch van komen. Meneertje Manuel maakt zijn debuut als schrijver van een kinderboek. En dan niet zomaar een kinderboek, maar een kinderboek geschreven in het dialect. Op initiatief van de heren rondom Jovink en de Voederbietels komt er een verhalenbundel speciaal voor de allerkleinsten. Dat gaat dat geen kinderboek heten. Maar kinderbook. Want in het dialect is kinderboek de vertaling van kinderbuik. En in die hoek wil je niet terechtkomen. Ook niet per ongeluk. Ik heb heel weinig geschreven voor kinderen. Zo hier en daar een liedje. Dat was het wel. Maar een echt verhaal en dan ook nog eens in het dialect, dat is andere koek. Ik weet wel het een en ander over kinderen. Dat ze ontzettend veel lawaai maken om niks. En ook dat ze verschrikkelijk kunnen stinken. Maar wat ik er van begrijp is dat we het vooral leuk moeten gaan houden. Dus geen verhaal over de Kinderlokker van Ulft en andere Wederwaardigheed’n oet de Streek. Of Sjakie op de Kop in de Coffeeshop. En ook Zwatte Piet en de Witte Neger zal wel gaan afvallen wegens te weinig politiek correct. Toch wil ik ook niet helemaal door de knieën gaan voor de kinderen uit de Achterhoek en Twente. Ergens moeten vooral zij toch ook gewaarschuwd gaan worden voor alle geschurkte dat op onze aardbol rondloopt. De Rotjongs van De Rabobank. Dat zou een mooi verhaal op kunnen leveren. Met een 11-jarig jongetje dat een spaarvarken door de ruit van de Rabobank in Doetinchem gooit omdat zijn vader door al het coöperatieve winstbejag al maanden werkeloos thuis zit. Of een boek over hockey. Ut gebit van Van As. Daar zou ik dan 7 hoofdstukken aan kunnen wijden. Voor elke tand eentje. En dan de kaak als proloog. Ik zat er ook aan te denken om een verhaal te schrijven over wielrennen maar dat heb ik laten vallen. Ik wil die kinderen niet aan de drugs brengen. Daar moeten ze op latere leeftijd zelf maar een beslissing over nemen. En opeens schoot het me te binnen. Bie de Pinken. Over een boer uit Hummeloo die tot over zijn oren verliefd is op een kalf. En dat gaat dan zo beginnen. Boer Henk oet Hummeloo was nun betjen nun raar’n kearl. Nit allene dronk e zien koffie rechtstreeks oet de koffiekanne um zo ofwas te spoar’n. Boer Henk had dikke verkering met Doutzen, nun kalf van nun kleane 200 kilo zwoar.

Tubantia 10

Het liberale idee om de podiumkunsten in ons land te laten ondersteunen door Nederlandse ondernemers heeft Meneertje Manuel inmiddels in een aflevering van de serie Jiskefet gebracht. Of in Die Reihe Derrick, dat mag ook. Maar dan niet als lijk. Maar als dader. Wat is er aan de hand. Ik heb voor het eerst in mijn leven op een bedrijfsfeest gespeeld. Nou, niet echt voor het eerst. Het was meer dat ik me er voor het eerst van bewust was. Voor sommigen zal deze ontboezeming als een schok komen. Bij anderen zal het een gevoel van totale opluchting geven. Maar laat ik er maar eerlijk voor uit komen. Ik heb afgelopen zondag niet alleen het podium gedeeld met Ben Cramer. Maar ook nog met een paar nauwelijks meerderjarige paaldanseressen in een hansopje van Terres des Hommes. En een Milf die zong dat ze nog een meisje was. Het was een feestje in het katholieke Oldenzaal. Meer dan 400 ondernemers in allemaal hetzelfde pak. Met natuurlijk een goed doel. Ik geloof dat het dit jaar ging om de mensen die in Syrië helemaal niks mee kregen van het dagelijkse geweld en daar nogal van in de knoop raakten. Maar het kan ook iets tegen kanker zijn geweest. Of tegen het Openbaar Vervoer. En u moet van me weten, beste lezers, nog nooit was ik dichter bij de complete onzin die ons land naar de mallegiezen helpt dan afgelopen zondag in Oldenzaal. Ben Cramer ging met een paar duizend euro naar huis voor een klein half uur galmen in een microfoon van iemand anders. En er was werkelijk niemand die dat leuk vond. Maar ja. Hij was maar een clown. Ook ik ging naar huis met een bedrag waar ik normaal een hele week voor moet werken. En echt, die eerste kilometers na afloop in de auto naar huis, dan overheerst de euforie. Want ik had de zaal plat. En niet zomaar plat. Kats plat. Er was werkelijk geen ene eurocent die ik niet verdiend had. Toch ben ik waarschijnlijk niet katholiek genoeg voor dit circuit. Ik ga dan twijfelen. Wil ik deze mannen wel aan het lachen maken? In die pakken, met die stropdassen en hun libido? Ik heb er inmiddels twee vervolgoptredens uitgesleept. En de prijs voor die optredens is glashelder. Die zit exact op de Balkenendenorm. Een artiest die 125.000 euro vraagt voor een optreden op een feestje van een multinational. U wilt niet weten hoe vaak dat lukt.

Tubantia 9

Lou Reed is dood. Dat klinkt als ontzettend achterhaald nieuws. Lou Reed had namelijk al in de jaren 70 dood moeten zijn. Daar is zoveel drugs in verdwenen dat ze daar het land Colombia van op hebben kunnen richten. Maar nu is Lou Reed dan echt kasjewijle. Hij heeft er 71 jaar uit kunnen slepen voordat complicaties na een levertransplantatie hem de das om deden. Ik vind zo’n mislukte levertransplantatie een beetje een sneu einde voor een man die altijd van de daken zong dat de dood iets voor mietjes was. Je hele leven alles gebruiken wat god verboden heeft en dan op je 71e nog gaan voor een nieuwe lever om er nog wat overbodige jaren aan vast te kunnen plakken. Hij had van het Hotel Chelsea moeten springen, dat had hem de Herman Brood van New York gemaakt. Ik kan uren fantaseren over de nieuwe lever van Lou Reed. Was het een lever van een idolate fan die daar speciaal voor verongelukt is? Was het een lever ergens gekocht op Marktplaats? Of was het een lever van een zwaar orthodoxe mormoon uit Utah die eenmaal in het lichaam van Lou Reed geplaatst er vast van overtuigd was dat hij in de hel was beland. Laat er geen misverstand over bestaan. Lou Reed was zonder meer een revolutionair. Er is geen fatsoenlijke muzikant die niet door hem beinvloed is. Zelfs op de nieuwste plaat van Frans Bauer is dat goed te horen. Die doet namelijk precies het tegenovergestelde. Toch blijf ik het een uitermate lullige tekst in een rouwadvertentie vinden: Na een mislukte levertransplantatie is van ons heen gegaan, Lewis Allen ‘Lou’ Reed. En dan na afloop koffie en broodjes in de publieksruimte van het crematorium. Of nog erger. Diksap en kiwi’s. Het donkerste gedeelte van het oevre van Lou Reed is doordrenkt met een hartverscheurend pleidooi voor de romantiek van de zelfkant. U wilt niet weten beste lezers hoeveel getormenteerde geesten zichzelf in de vernieling hebben geholpen na het horen van een liedje van Lou Reed. En daarvoor alleen maar hulde. Hij heeft zeker drie van de allermooiste liedjes ooit om bij te sterven geschreven. Het is die wanhopige poging tot een levertransplantatie die me dwars zit. Van Frans Bauer zou ik dat kunnen hebben. En bij Frans Bauer zou de operatie ook glansrijk slagen. Die zou zelfs een nummer 1 hit halen met het nummer Leve mijn Lever. Maar Lou Reed? Een nieuwe lever? Hij had een nieuwe gitaar moeten kopen.

Tuba 8

Landgenoten! Den Nederlandschen cultuur ligt onder hevig vijandelijk vuur! Eerst worden we aan alle kanten in de luren gelegd door de Russen. Niet alleen onze homo’s, ook onze groenten en dierenvrienden. In willekeurige volgorde natuurlijk. Daarna steekt een stofzuiger van een buitenlands merk het geboortehuis van Mata Hari in de hens. Vervolgens worden we op de ranglijst van de Fifa voorbijgestreefd door de Belgen en de Zwitsers. Door de Belgen en de Zwitsers! En dan is er tot overmaat van ramp ook nog iemand werkzaam bij de Verenigde Naties die wil dat we onmiddellijk overgaan tot het afschaffen van Sinterklaas. En dan niet omdat Sinterklaas niet zou deugen. Het gaat ze om Zwarte Piet. Dus Sinterklaas, onze Sinterklaas moet worden afgeschaft omdat er iets mis is met Zwarte Piet. Veel gekker moet dat niet worden in dit land. Een oer-Hollandsch feestje dat de nek word omgedraaid omdat er toevallig een paar van die Zwarte Pieten om heen lopen. En nu wil ik niet met het vingertje gaan wijzen en zeggen dat het de schuld is van die Zwarte Pieten dat we het straks zonder Sinterklaas moeten gaan doen. En ook ga ik hier niet beweren dat die Zwarte Pieten buitenlanders zijn en dat het niks anders is dan omgekeerd racisme. Zwarte Pieten zijn geen buitenlanders. Dat zijn zonder uitzondering geschminkte blanke vrijwilligers die een paar dagen per jaar in een mailot willen lopen zonder dat ze meteen door iedereen worden gezien als latente homoseksuelen en dus nooit meer prettig op vakantie naar Rusland kunnen. En ja, beste mevrouw van de VN, dat vinden wij leuk. Een oom die met een zwart geschminkt gezicht in een veel te strak Pietenpak amechtig hijgend achter een koets aanhobbelt waarin een andere oom in een Sinterklaaspak zit die het elastiekje van zijn baard weer aan elkaar probeert te knopen. Sinterklaas is potjandorie het laatste stukje onbedorven Nederland dat we nog overeind hebben weten te houden. Of gaan we daar binnenkort ook een onderzoek naar starten. Dat hij niet zomaar een kindervriend is. Dat hij regelmatig met een erectie onder zijn mantel zat omdat al die schuivende kinderen op schoot hem niet onberoerd lieten. Het is afgelopen. Wie bij het zien van Zwarte Piet aan een neger moet denken, heeft ergens in onze evolutie een afslag gemist. Maak je dan druk om de negers die nog steeds op de zijkant van de Gouden Koets staan afgebeeld. Of zijn dat geen negers, maar blije onderdanen.

Tuba 7

Een paar dagen geleden had ik een interview met een journalist van de Oor. En nee, dat is geen blad voor de geneeskunde, die schrijven daar over muziek. De Oor was ooit een begrip. Had je als bandje een paar pagina’s in de Oor, dan was je kostje gekocht. Dan verkocht je zomaar iedere week een paar cd’s. Plus natuurlijk de nodige optredens en meisjes voor na afloop van die optredens. Want zoals wijlen Wilhelm Tell het altijd zo mooi kon vertellen: “De boog kan niet altijd gespannen zijn!” En dat is ook zo. Toen kwam het digitale tijdperk de muziek en zijn schrijvende pers binnen denderen en was het gedaan met de pret. Niet voor de consumenten. Die voeren er wel bij. Muziek is voor de meeste mensen iets waar je alleen nog maar voor betaald als je dan toch per sé een levende muzikant wil hebben die iets van Rubberen Robbie zingt op de begravenis van je schoonmoeder. Voor de rest is het iets wat je op het internet uit de muur trekt. Zo kreeg ik ooit een mailtje van een fan die de laatste plaat van mij had gedownload. Of ik misschien voor hem het hoesje zou willen inscannen en opsturen? Want ja, hij zou er zelf ook wel wat van kunnen maken, maar had toch het liefst het origineel. En jazeker, dat heb ik toen gedaan. Nog geen bedankje gehad. En dat begint me zo onderhand flink te begroten. We hebben hier een samenleving uit de grond gestampt waar managers, adviseurs, interim-deskundigen en andere haaien ieder jaar naar huis gaan met een belachelijk salaris waar de gemiddelde burger meer dan terecht schijtziek van is. Dat ben ik ook. Maar vanwaar toch die reflex onder diezelfde gemiddelde burgers om dan maar te denken dat we al die kloothommels in de wereld terug gaan pakken door alles wat ook maar enigszins riekt naar kunst gratis en voor helemaal niks van het internet af te trekken? Ik kan u vertellen dat de muzikanten u terug gaan pesten. Voor iedere illegale download, ieder afgespeeld nummer op Spotify en ieder gekocht liedje op dat belachelijke iTunes gaan wij bij de slager en de bakker en de groenteboer in de rij staan. Hier een malse biefstuk, daar een halfje volkoren en dan ook nog een schitterend veldje met prei. Dat stoppen we in onze tas en wandelen vervolgens zonder te betalen de winkel uit. Om meteen weer om te draaien. Want we zijn de zegeltjes vergeten.

Tuba 6

Het zijn zware tijden voor een artiest. Zo heb ik het optreden dat ik aanstaande zaterdag zou hebben in een theatertje in Amsterdam tot mijn grote spijt af moeten zeggen. Want geloof het of niet, er waren nog geen 200 kaarten verkocht. Nog geen 200! Voor een artiest van het kaliber van Meneertje Manuel! En echt, het is geen arrogantie, maar als 1 of andere droplul uit onze hoofdstad belt met de mededeling dat er nog geen 200 kaarten zijn verkocht voor mijn door de landelijke pers zo alom bejubelde voorstelling, ja dan houd het gewoon op. Voor die armzalige hoeveelheid belangstelling stap ik nog niet eens in een onderbroek, laat staan in de auto. Er heeft nog een stukje in het Parool gestaan, over de arrogantie van de provinciale artiest in dit land. Dat die nog liever een potje gaat klootschieten dan zijn kunsten te vertonen voor nog geen 200 betalende bezoekers. Maar laten we de feiten eens op een rijtje zetten. Nog geen 200 betalende bezoekers die nog geen 23 euro voor hun kaartje betalen en waarvan ik dan 70 procent van de recette in ontvangst zou mogen nemen. Dat zou betekenen dat ik aan het eind van de avond met iets meer dan 3000 euro naar huis zou gaan. En daar gaat dan ook nog eens de diesel vanaf, een chinese rijsttafel voor twee personen en allerlei onvoorziene kosten die ook zomaar in de tientallen euro’s kunnen gaan lopen. En ik weet niet wat uw beeld is van de gemiddelde artiest in dit land, ik kan u verzekeren dat als u zich laat afschepen met een dergelijke fooi, dat je dan binnen de kortste tijd alleen nog maar je gezicht kan vertonen op braderieën en zo hier en daar een kerstmarkt. En vooral dat laatste is niks meer dan veredelde seizoensarbeid. Ik weet het, er zijn Nederlanders zat die er van dromen om na anderhalf uur werk naar huis te gaan met een kleine 3000 euro. Er zijn nu eenmaal een heleboel B-artiesten in dit land. Maar voor de absolute elite onder onze theatermakers is 3000 euro het bedrag dat ze uitgeven om zich door een Syrische vluchteling op een bootje ergens op zee de tandjes te laten poetsen terwijl deze staand op 1 been een liedje van Toon Hermans playbackt. Die hebben zich losgezongen van de werkelijkheid. En dat mag wat kosten. Het was overigens een theatertje met maar 175 stoelen. Maar dat terzijde.

Tuba 5

Als artiest kom ik graag bij de mensen thuis. Zeker nu je voor het kopen van een kaartje in een schouwburg zowat de Staatsloterij moet hebben gewonnen is dat voor alle partijen een uitkomst. Want ook in ons Nederlandse theatercircuit draait tegenwoordig alles om marktwerking. Mijn publiek heeft daar het volgende op gevonden. Die sturen me een mailtje met de vraag of ik akoestisch wil komen optreden. Natuurlijk wil ik akoestisch komen optreden. Er is ja toch niks op televisie. Dat is mooi. Schrijven ze dan terug. Dan bouwen wij een klein podium in onze huiskamer en regelen wij een geluidsinstallatie. Ik sputter dan nog even, voor de vorm, wat tegen. Het zou toch een akoestisch optreden worden? Waarna ze me geruststellen met de mededeling dat de geluidsinstallatie ongeveer het vermogen heeft van een babyfoon. Sterker nog. De geluidsinstallatie is een babyfoon. Is voor mij geen enkel probleem. Als je als artiest meer nodig hebt dan een babyfoon dan kun je er beter mee ophouden. Vraag dat maar aan Freddy Mercury. Op de dag van het huiskamerconcert krijg ik bijna altijd een licht paniekerig sms-je. Je komt toch wel vanavond voor het optreden? Tuurlijk! Antwoord ik dan terug. Ik zit zelfs al in de auto! Waarna ik mijn traporgel, de gitaar en zijn versterker achter in de auto donder en me gezwind naar het optreden spoed. Soms in Groningen. Vaak in de buurt. Almelo. Aalten. Albergen. Ook wel eens heel ver weg. En afgelopen zaterdag in Tilburg. In de Van Hessen-Kasselstraat, een straat vernoemd naar een mevrouw die ooit de moeder van Willem IV was en zo leert deze jongen er iedere dag weer wat bij. Het mooie aan deze optredens is de volledige afwezigheid van faciliteiten. Er is geen loading-dock. Geen artiesteningang. Geen portier. Er zijn geen technici. Alleen maar een bel en een voordeur. Maar als je eenmaal op die bel hebt gedrukt dan is het alleen nog maar feest. Er is eten en drinken in overvloed. Werkelijk iedereen die je spreekt is blij dat je er bent. Ze hebben ook de babyfoon van de buren weten te regelen zodat het optreden in stereo is. En als ik dan vier uur later weer in de auto zit en naar huis rij ben ik, op Frans Bauer na, de gelukkigste mens op aarde. En nee. Ik laat me daar niet zwart betalen. Ben je gek. Beste dames en heren van de Belastingdienst. Mijn geluk is jullie geluk.