Lou Reed is dood. Dat klinkt als ontzettend achterhaald nieuws. Lou Reed had namelijk al in de jaren 70 dood moeten zijn. Daar is zoveel drugs in verdwenen dat ze daar het land Colombia van op hebben kunnen richten. Maar nu is Lou Reed dan echt kasjewijle. Hij heeft er 71 jaar uit kunnen slepen voordat complicaties na een levertransplantatie hem de das om deden. Ik vind zo’n mislukte levertransplantatie een beetje een sneu einde voor een man die altijd van de daken zong dat de dood iets voor mietjes was. Je hele leven alles gebruiken wat god verboden heeft en dan op je 71e nog gaan voor een nieuwe lever om er nog wat overbodige jaren aan vast te kunnen plakken. Hij had van het Hotel Chelsea moeten springen, dat had hem de Herman Brood van New York gemaakt. Ik kan uren fantaseren over de nieuwe lever van Lou Reed. Was het een lever van een idolate fan die daar speciaal voor verongelukt is? Was het een lever ergens gekocht op Marktplaats? Of was het een lever van een zwaar orthodoxe mormoon uit Utah die eenmaal in het lichaam van Lou Reed geplaatst er vast van overtuigd was dat hij in de hel was beland. Laat er geen misverstand over bestaan. Lou Reed was zonder meer een revolutionair. Er is geen fatsoenlijke muzikant die niet door hem beinvloed is. Zelfs op de nieuwste plaat van Frans Bauer is dat goed te horen. Die doet namelijk precies het tegenovergestelde. Toch blijf ik het een uitermate lullige tekst in een rouwadvertentie vinden: Na een mislukte levertransplantatie is van ons heen gegaan, Lewis Allen ‘Lou’ Reed. En dan na afloop koffie en broodjes in de publieksruimte van het crematorium. Of nog erger. Diksap en kiwi’s. Het donkerste gedeelte van het oevre van Lou Reed is doordrenkt met een hartverscheurend pleidooi voor de romantiek van de zelfkant. U wilt niet weten beste lezers hoeveel getormenteerde geesten zichzelf in de vernieling hebben geholpen na het horen van een liedje van Lou Reed. En daarvoor alleen maar hulde. Hij heeft zeker drie van de allermooiste liedjes ooit om bij te sterven geschreven. Het is die wanhopige poging tot een levertransplantatie die me dwars zit. Van Frans Bauer zou ik dat kunnen hebben. En bij Frans Bauer zou de operatie ook glansrijk slagen. Die zou zelfs een nummer 1 hit halen met het nummer Leve mijn Lever. Maar Lou Reed? Een nieuwe lever? Hij had een nieuwe gitaar moeten kopen.
Alle berichten van André Manuel
Tuba 8
Landgenoten! Den Nederlandschen cultuur ligt onder hevig vijandelijk vuur! Eerst worden we aan alle kanten in de luren gelegd door de Russen. Niet alleen onze homo’s, ook onze groenten en dierenvrienden. In willekeurige volgorde natuurlijk. Daarna steekt een stofzuiger van een buitenlands merk het geboortehuis van Mata Hari in de hens. Vervolgens worden we op de ranglijst van de Fifa voorbijgestreefd door de Belgen en de Zwitsers. Door de Belgen en de Zwitsers! En dan is er tot overmaat van ramp ook nog iemand werkzaam bij de Verenigde Naties die wil dat we onmiddellijk overgaan tot het afschaffen van Sinterklaas. En dan niet omdat Sinterklaas niet zou deugen. Het gaat ze om Zwarte Piet. Dus Sinterklaas, onze Sinterklaas moet worden afgeschaft omdat er iets mis is met Zwarte Piet. Veel gekker moet dat niet worden in dit land. Een oer-Hollandsch feestje dat de nek word omgedraaid omdat er toevallig een paar van die Zwarte Pieten om heen lopen. En nu wil ik niet met het vingertje gaan wijzen en zeggen dat het de schuld is van die Zwarte Pieten dat we het straks zonder Sinterklaas moeten gaan doen. En ook ga ik hier niet beweren dat die Zwarte Pieten buitenlanders zijn en dat het niks anders is dan omgekeerd racisme. Zwarte Pieten zijn geen buitenlanders. Dat zijn zonder uitzondering geschminkte blanke vrijwilligers die een paar dagen per jaar in een mailot willen lopen zonder dat ze meteen door iedereen worden gezien als latente homoseksuelen en dus nooit meer prettig op vakantie naar Rusland kunnen. En ja, beste mevrouw van de VN, dat vinden wij leuk. Een oom die met een zwart geschminkt gezicht in een veel te strak Pietenpak amechtig hijgend achter een koets aanhobbelt waarin een andere oom in een Sinterklaaspak zit die het elastiekje van zijn baard weer aan elkaar probeert te knopen. Sinterklaas is potjandorie het laatste stukje onbedorven Nederland dat we nog overeind hebben weten te houden. Of gaan we daar binnenkort ook een onderzoek naar starten. Dat hij niet zomaar een kindervriend is. Dat hij regelmatig met een erectie onder zijn mantel zat omdat al die schuivende kinderen op schoot hem niet onberoerd lieten. Het is afgelopen. Wie bij het zien van Zwarte Piet aan een neger moet denken, heeft ergens in onze evolutie een afslag gemist. Maak je dan druk om de negers die nog steeds op de zijkant van de Gouden Koets staan afgebeeld. Of zijn dat geen negers, maar blije onderdanen.
Tuba 7
Een paar dagen geleden had ik een interview met een journalist van de Oor. En nee, dat is geen blad voor de geneeskunde, die schrijven daar over muziek. De Oor was ooit een begrip. Had je als bandje een paar pagina’s in de Oor, dan was je kostje gekocht. Dan verkocht je zomaar iedere week een paar cd’s. Plus natuurlijk de nodige optredens en meisjes voor na afloop van die optredens. Want zoals wijlen Wilhelm Tell het altijd zo mooi kon vertellen: “De boog kan niet altijd gespannen zijn!” En dat is ook zo. Toen kwam het digitale tijdperk de muziek en zijn schrijvende pers binnen denderen en was het gedaan met de pret. Niet voor de consumenten. Die voeren er wel bij. Muziek is voor de meeste mensen iets waar je alleen nog maar voor betaald als je dan toch per sé een levende muzikant wil hebben die iets van Rubberen Robbie zingt op de begravenis van je schoonmoeder. Voor de rest is het iets wat je op het internet uit de muur trekt. Zo kreeg ik ooit een mailtje van een fan die de laatste plaat van mij had gedownload. Of ik misschien voor hem het hoesje zou willen inscannen en opsturen? Want ja, hij zou er zelf ook wel wat van kunnen maken, maar had toch het liefst het origineel. En jazeker, dat heb ik toen gedaan. Nog geen bedankje gehad. En dat begint me zo onderhand flink te begroten. We hebben hier een samenleving uit de grond gestampt waar managers, adviseurs, interim-deskundigen en andere haaien ieder jaar naar huis gaan met een belachelijk salaris waar de gemiddelde burger meer dan terecht schijtziek van is. Dat ben ik ook. Maar vanwaar toch die reflex onder diezelfde gemiddelde burgers om dan maar te denken dat we al die kloothommels in de wereld terug gaan pakken door alles wat ook maar enigszins riekt naar kunst gratis en voor helemaal niks van het internet af te trekken? Ik kan u vertellen dat de muzikanten u terug gaan pesten. Voor iedere illegale download, ieder afgespeeld nummer op Spotify en ieder gekocht liedje op dat belachelijke iTunes gaan wij bij de slager en de bakker en de groenteboer in de rij staan. Hier een malse biefstuk, daar een halfje volkoren en dan ook nog een schitterend veldje met prei. Dat stoppen we in onze tas en wandelen vervolgens zonder te betalen de winkel uit. Om meteen weer om te draaien. Want we zijn de zegeltjes vergeten.
Mooien Dag
Okido
Omdat het vanochtend definitief herfst is geworden een liedje om u er door heen te slepen. Van de plaat Onder de Radar van Dancing Dollekamp die met de kerst bijna nergens in de winkel zal liggen.
Alstublieft!
Tuba 6
Het zijn zware tijden voor een artiest. Zo heb ik het optreden dat ik aanstaande zaterdag zou hebben in een theatertje in Amsterdam tot mijn grote spijt af moeten zeggen. Want geloof het of niet, er waren nog geen 200 kaarten verkocht. Nog geen 200! Voor een artiest van het kaliber van Meneertje Manuel! En echt, het is geen arrogantie, maar als 1 of andere droplul uit onze hoofdstad belt met de mededeling dat er nog geen 200 kaarten zijn verkocht voor mijn door de landelijke pers zo alom bejubelde voorstelling, ja dan houd het gewoon op. Voor die armzalige hoeveelheid belangstelling stap ik nog niet eens in een onderbroek, laat staan in de auto. Er heeft nog een stukje in het Parool gestaan, over de arrogantie van de provinciale artiest in dit land. Dat die nog liever een potje gaat klootschieten dan zijn kunsten te vertonen voor nog geen 200 betalende bezoekers. Maar laten we de feiten eens op een rijtje zetten. Nog geen 200 betalende bezoekers die nog geen 23 euro voor hun kaartje betalen en waarvan ik dan 70 procent van de recette in ontvangst zou mogen nemen. Dat zou betekenen dat ik aan het eind van de avond met iets meer dan 3000 euro naar huis zou gaan. En daar gaat dan ook nog eens de diesel vanaf, een chinese rijsttafel voor twee personen en allerlei onvoorziene kosten die ook zomaar in de tientallen euro’s kunnen gaan lopen. En ik weet niet wat uw beeld is van de gemiddelde artiest in dit land, ik kan u verzekeren dat als u zich laat afschepen met een dergelijke fooi, dat je dan binnen de kortste tijd alleen nog maar je gezicht kan vertonen op braderieën en zo hier en daar een kerstmarkt. En vooral dat laatste is niks meer dan veredelde seizoensarbeid. Ik weet het, er zijn Nederlanders zat die er van dromen om na anderhalf uur werk naar huis te gaan met een kleine 3000 euro. Er zijn nu eenmaal een heleboel B-artiesten in dit land. Maar voor de absolute elite onder onze theatermakers is 3000 euro het bedrag dat ze uitgeven om zich door een Syrische vluchteling op een bootje ergens op zee de tandjes te laten poetsen terwijl deze staand op 1 been een liedje van Toon Hermans playbackt. Die hebben zich losgezongen van de werkelijkheid. En dat mag wat kosten. Het was overigens een theatertje met maar 175 stoelen. Maar dat terzijde.
Tuba 5
Als artiest kom ik graag bij de mensen thuis. Zeker nu je voor het kopen van een kaartje in een schouwburg zowat de Staatsloterij moet hebben gewonnen is dat voor alle partijen een uitkomst. Want ook in ons Nederlandse theatercircuit draait tegenwoordig alles om marktwerking. Mijn publiek heeft daar het volgende op gevonden. Die sturen me een mailtje met de vraag of ik akoestisch wil komen optreden. Natuurlijk wil ik akoestisch komen optreden. Er is ja toch niks op televisie. Dat is mooi. Schrijven ze dan terug. Dan bouwen wij een klein podium in onze huiskamer en regelen wij een geluidsinstallatie. Ik sputter dan nog even, voor de vorm, wat tegen. Het zou toch een akoestisch optreden worden? Waarna ze me geruststellen met de mededeling dat de geluidsinstallatie ongeveer het vermogen heeft van een babyfoon. Sterker nog. De geluidsinstallatie is een babyfoon. Is voor mij geen enkel probleem. Als je als artiest meer nodig hebt dan een babyfoon dan kun je er beter mee ophouden. Vraag dat maar aan Freddy Mercury. Op de dag van het huiskamerconcert krijg ik bijna altijd een licht paniekerig sms-je. Je komt toch wel vanavond voor het optreden? Tuurlijk! Antwoord ik dan terug. Ik zit zelfs al in de auto! Waarna ik mijn traporgel, de gitaar en zijn versterker achter in de auto donder en me gezwind naar het optreden spoed. Soms in Groningen. Vaak in de buurt. Almelo. Aalten. Albergen. Ook wel eens heel ver weg. En afgelopen zaterdag in Tilburg. In de Van Hessen-Kasselstraat, een straat vernoemd naar een mevrouw die ooit de moeder van Willem IV was en zo leert deze jongen er iedere dag weer wat bij. Het mooie aan deze optredens is de volledige afwezigheid van faciliteiten. Er is geen loading-dock. Geen artiesteningang. Geen portier. Er zijn geen technici. Alleen maar een bel en een voordeur. Maar als je eenmaal op die bel hebt gedrukt dan is het alleen nog maar feest. Er is eten en drinken in overvloed. Werkelijk iedereen die je spreekt is blij dat je er bent. Ze hebben ook de babyfoon van de buren weten te regelen zodat het optreden in stereo is. En als ik dan vier uur later weer in de auto zit en naar huis rij ben ik, op Frans Bauer na, de gelukkigste mens op aarde. En nee. Ik laat me daar niet zwart betalen. Ben je gek. Beste dames en heren van de Belastingdienst. Mijn geluk is jullie geluk.
Onder de Radar
Jawel. We zijn er maar druk mee. In het najaar komt het debuutalbum van Dancing Dollekamp op de markt. Nou ja, op de markt. In 1 of 2 winkels. Hier alvast een voorproefje:
Gegroet!
Tuba 4
Ik denk dat we ze vroeger rare kostgangers zouden hebben genoemd. Mensen die een clubje oprichten, sparen voor een vliegticket en de nodige attributen. Natuurlijk een twitteraccount en een bijbehorende website erbij. Misschien zelfs wat merchandise. Stickers die je op een bomgordel kan plakken met daarop de tekst ‘ Houdt Afstand!. T-shirts met alvast een heleboel gaten er in. En zeker niet bij het volle verstand. Vervolgens stappen ze in een busje, rijden naar een winkelcentrum, binden een doek om hun kop om die 10 tegen elkaar botsende hersencellen op hun plek te houden, waarna ze beginnen met de medemens standrechtelijk te executeren. Zwangere vrouwen, kinderen, dichters, het maakt ze niet uit. Als ze maar geen lid van hetzelfde clubje zijn. Want dan hebben ze thuis iets uit te leggen. Het zijn net gewone mensen. En ik ben ze zo moe, de mannen en vrouwen die denken dat er nog iets van deze wereld gewonnen kan worden door het gebruik van stompzinnig geweld. Dat moet toch anders kunnen. En dat kan. Ik stond gistermiddag bij de kassa van de supermarkt in mijn dorp. Had een mandje vol Westerse Decadentie op de band staan. Brood. Melk. Aardappelen. Andijvie. En twee flessen biologische rode wijn. U kent dat wel. De bom onder hun islamitische wereldbeeld. En ja hoor, daar kwamen ze al binnenstormen, de jongens en meisjes van al-Shabaab. Of van uni-Lever. Ik denk zo’n stuk of twintig, de winkel stond in ieder geval in 1 klap helemaal vol. Je zag ook direct de paniek in hun ogen. Hier was helemaal geen plek voor een heleboel slachtoffers. Dit zou nooit op het journaal gaan komen. En terroristen zijn net artiesten, die willen alleen maar met hun kop op televisie. Ook al zit die niet meer op de romp. Ik keek om me heen en zag dat ik de enige klant was. Het was dus Meneertje Manuel versus de Terroristen. Of andersom. Ik wil ze niet te kort doen. En noem het overlevingsdrang. Of fatalisme. Of gewoon leuk om te doen op zo’n moment. Ik liep naar de groente-afdeling. Greep een asperge uit de stelling. Ging op een krat bier staan. Want zo gaat een Tukker nou eenmaal in het verzet. Ik hield de asperge hoog in de lucht. Het zag eruit als een Vrijheidsbeeld waar de VVV Twente een heleboel garen bij zou kunnen spinnen. En ik sprak: ‘Machtiger dan het zwaard is de asperge!’ En toen had ik het dus gewonnen. Voor ons.
Tuba 3
We hebben er weer een beroemdheid bij in Twente. Een zangeres deze keer. Sanne Klein Horsman uit Goor. Ze maakte furore tijdens The Blind Auditions in het programma The Voice of Holland. Niet omdat ze in een geil, nauwsluitend jurkje Ali B. over de streep wist te trekken. Ze zong daar in een paar minuten de pannen van het dak. Zoals ik het graag zie. Het is toch ook een soort van muziekprogramma. En nu is ze beroemd. Sanne uit Goor. Hoewel er ook mensen zijn die zeggen dat het helemaal Sanne uit Goor niet is. Het is Sanne uit Diepenheim. Want ja, ze heeft in Diepenheim gewoond. En als je eenmaal in Diepenheim hebt gewoond dan blijf je voor de rest van je leven Sanne uit Diepenheim. Ik moet die mensen toch echt teleurstellen. Want ik heb het even nagevraagd. Ik ken Sanne een beetje. Ik heb weleens gezongen met Sanne. En zoals ik het kan overzien is het toch echt Sanne uit Goor. Want ze woont in Goor. Ik heb het ook weleens geprobeerd. Een kleine leugen over mijn afkomst. Om daar interessant me te doen. Dat was tijdens een auditie voor Van Jonge Leu en Oale Grond. Ik deed me daar voor als Meneertje Manuel uit New York. Maar dan gaan ze dat uitzoeken en dan blijkt Meneertje Manuel potverdikke gewoon in Diepenheim te wonen! Gelukkig zochten ze daar geen acteur uit New York. Anders was ik toch mooi die rol misgelopen. En was ik nooit in bed beland met Monkie. Sindsdien zeg ik het gewoon. Aan een ieder die het maar weten wil. Ik ben Meneertje Manuel uit Diepenheim. En die zangeres die nu furore maakt? Dat is Sanne uit Goor. Het kan natuurlijk gebeuren dat Sanne uit Goor wereldberoemd gaat worden en straks een hoofdrol krijgt in een musical op Broadway. Dat is dan jammer voor Goor. Dan is het Sanne uit New York. Want Sanne is natuurlijk niet gek. Dat bekt toch echt een heel stuk lekkerder. Sanne uit New York. In plaats van Sanne uit Goor. En als de mensen uit Goor dan gaan steigeren en roepen dat ze helemaal geen Sanne uit New York is maar Sanne uit Goor, dan is dat kinderachtig. Dan herhaalt zich de geschiedenis en dan moeten ze oppassen daar in Goor. Dan vertel ik iedereen dat Bert Haanstra helemaal niet uit Goor kwam. Die kwam uit Espelo. Bert Haanstra uit Espelo.
Tuba 2
Onze kat is dood. We waren nog geen half uur terug van vakantie toen we haar vonden. Het ongelukkige dier was onder een auto gelopen. Vlak voor ons huis. Alsof er even een boodschap afgegeven moest worden. ‘ Jullie gaan natuurlijk niet zomaar ongestraft 10 dagen zonder mij van huis..’ Misschien ook dat we het lot een klein beetje getart hebben. Want ja, wie noemt zijn kat dan ook Bumper. Nou, wij dus. Onze eerste kat heette Winnetou, was ook niet echt een blijvertje. Had heel lang in de grote stad gewoond, ging 1 keer mee terug naar het platteland en werd prompt overreden door een auto. Want dat was Winnetou niet gewend. In de stad reden geen auto’s. Die stonden daar altijd stil. Daarna dachten we dat het beter was om over te stappen op twee katten, daar zouden we vast wat langer plezier van beleven. Dat was een mooi duo. En al vrij snel een heel mooi en morsdood duo. Een hele wollige donkerbruine en een gladde hagelwitte. Dat werden Stoffer en Blik. Boerderijkatten, dus dan weet je het wel. Die krijgen zelf jongen waar dan weer van alles mis mee is. Dat werd Zum. Toen hadden we Stoffer en Blik Zum. Zum was een kat die na de geboorte alleen maar achteruit kon lopen. Dat zag er op zich nog best wel grappig uit. Maar die had dus een tumor in zijn kop. Hebben we operatief laten verwijderen. Ging alsnog dood. En toen kwam Bumper. Je hebt als artiest weleens een moment om even je gedachten te laten gaan over het leven en de dood en zo gebeurde het dat ik afgelopen dinsdag terug kwam uit Dordrecht en dacht: van dat geld dat we hebben uitgegeven aan het in leven houden van die 5 katten hadden we gemakkelijk een jaar onderdak kunnen bieden aan 50 Syrische vluchtelingen. Omdat ik echter met de opvang van 50 Syrische vluchtelingen meteen het hele altruïstische vijvertje van Nederland had leeggevist zou dat dus betekenen dat niemand anders in dit land een Syrische vluchteling op had kunnen vangen. Dat vond ik niet netjes van mezelf, ik wil niemand de mogelijkheid ontnemen om ook iets goeds te doen. En terwijl ik ter hoogte van Markelo de A1 verliet wist ik dat we het weer met 2 katten zouden gaan proberen. En om de Syriërs een hart onder de riem te steken zouden we die 2 krachtige Arabische namen geven. Ibn en Ghaldoun.