Tubantia 21 Maart 2020

Mijn favoriete neefje hing aan de telefoon. We bellen elkaar een paar keer per week om te controleren of het aantal familieleden een beetje op peil blijft. Ik vroeg hem of hij al verkering had. “Nee ome André, maar het komt nu wel steeds dichterbij, het is nog maar anderhalve meter!” Natuurlijk is dit niet echt gebeurd. Dit heb ik verzonnen. Wat moet ik anders? Meneertje Manuel is zich namelijk stierlijk aan het vervelen. Er is alleen nog maar fantasie zonder podium. Een hele gevaarlijke toestand, deze verveling. Je gaat dan dingen doen die je beter had kunnen laten. Zoals die soldaat die na drie weken lanterfanten in een loopgraaf besloot om even een ommetje te maken en al na 15 meter op een landmijn ging staan. Verveling is een zwaar onderschatte doodsoorzaak. Net als stompzinnigheid. Die stompzinnigheid komt overigens in gradaties. In Nederland hamsteren we rollen wc-papier. In de Verenigde Staten rennen ze massaal naar de winkel voor een vuurwapen. Geen idee hoe ze met een pistool een virus te lijf denken te gaan. ‘I shot the little bastard straight between the eyes!’ De rare reflex om bij een pandemie naar de dichtstbijzijnde wapenwinkel te rennen voor een nieuw pistool getuigt in ieder geval niet van heel veel vertrouwen in de medemens. Net als de onsmakelijke poging om op het virus de Chinese nationaliteit te plakken. Een virus kent geen grenzen. Een virus doet niet aan ras of gender. Het is de natuur. En de natuur is zo af en toe meedogenloos. Daar kun je heel gevat over doen en op een straathoek gaan staan schreeuwen: ‘Viruses don’t kill people, people kill people! ‘ Dan snap je er alleen geen kloten van. Dan heb je nog steeds het idee dat de mens de maat aller dingen is terwijl er nou juist op de natuur zo af en toe geen enkele maat staat. Er zijn nu mensen die heel enthousiast roepen dat deze crisis het begin kan zijn van een omwenteling en dat de wereld er alleen maar socialer op gaat worden. Ik vind dat lief. Wel wil ik er op wijzen dat er ook mensen zijn die heel enthousiast roepen dat deze crisis een gouden kans is om een heleboel anderen een poot uit te draaien. Het zal dus allemaal wel weer bij het oude blijven. Meneertje Manuel zit er inmiddels over te denken om zijn verveling te bestrijden met het schrijven van een roman. Ik heb ook al een titel: ‘De Meeste Mensen Deugen, jammer van al die anderen’. Een soort van thriller over een jongetje en een zieke komiek. En dat jongetje wil de zieke komiek een kaartje sturen en al na de eerste zoekopdracht op internet zit hij met open mond te kijken naar allerlei stukjes huisvlijt op YouPorn. En dan heb ik hem weer aan de telefoon hangen. ‘ Echt ome André! Helemaal niemand hield zich aan die anderhalve meter afstand!’