Tuba 4

Ik denk dat we ze vroeger rare kostgangers zouden hebben genoemd. Mensen die een clubje oprichten, sparen voor een vliegticket en de nodige attributen. Natuurlijk een twitteraccount en een bijbehorende website erbij. Misschien zelfs wat merchandise. Stickers die je op een bomgordel kan plakken met daarop de tekst ‘ Houdt Afstand!. T-shirts met alvast een heleboel gaten er in. En zeker niet bij het volle verstand. Vervolgens stappen ze in een busje, rijden naar een winkelcentrum, binden een doek om hun kop om die 10 tegen elkaar botsende hersencellen op hun plek te houden, waarna ze beginnen met de medemens standrechtelijk te executeren. Zwangere vrouwen, kinderen, dichters, het maakt ze niet uit. Als ze maar geen lid van hetzelfde clubje zijn. Want dan hebben ze thuis iets uit te leggen. Het zijn net gewone mensen. En ik ben ze zo moe, de mannen en vrouwen die denken dat er nog iets van deze wereld gewonnen kan worden door het gebruik van stompzinnig geweld. Dat moet toch anders kunnen. En dat kan. Ik stond gistermiddag bij de kassa van de supermarkt in mijn dorp. Had een mandje vol Westerse Decadentie op de band staan. Brood. Melk. Aardappelen. Andijvie. En twee flessen biologische rode wijn. U kent dat wel. De bom onder hun islamitische wereldbeeld. En ja hoor, daar kwamen ze al binnenstormen, de jongens en meisjes van al-Shabaab. Of van uni-Lever. Ik denk zo’n stuk of twintig, de winkel stond in ieder geval in 1 klap helemaal vol. Je zag ook direct de paniek in hun ogen. Hier was helemaal geen plek voor een heleboel slachtoffers. Dit zou nooit op het journaal gaan komen. En terroristen zijn net artiesten, die willen alleen maar met hun kop op televisie. Ook al zit die niet meer op de romp. Ik keek om me heen en zag dat ik de enige klant was. Het was dus Meneertje Manuel versus de Terroristen. Of andersom. Ik wil ze niet te kort doen. En noem het overlevingsdrang. Of fatalisme. Of gewoon leuk om te doen op zo’n moment. Ik liep naar de groente-afdeling. Greep een asperge uit de stelling. Ging op een krat bier staan. Want zo gaat een Tukker nou eenmaal in het verzet. Ik hield de asperge hoog in de lucht. Het zag eruit als een Vrijheidsbeeld waar de VVV Twente een heleboel garen bij zou kunnen spinnen. En ik sprak:  ‘Machtiger dan het zwaard is de asperge!’ En toen had ik het dus gewonnen. Voor ons.