Er hing iemand van de RIVM aan de lijn. Of ik tegen een redelijke vergoeding mijn achterban iets op het hart zou willen drukken. Ik vroeg wat ze verstonden onder een redelijke vergoeding. Dat bleek ongeveer een jaarinkomen te zijn. En dat kwam dondersgoed uit. Want dat had ik nog niet. Een jaarinkomen. Vervolgens vroeg ik of er nog specifieke voorwaarden verbonden waren aan datgene wat ik mijn achterban exact op het hart zou willen drukken? Die vraag begrepen ze niet. Of ze worst lusten? Die vraag begrepen ze ook niet. Het moest eigenlijk nergens over gaan maar dan wel in de taal van mijn doelgroep. Ik sputterde dat ik eigenlijk niet echt een doelgroep tot mijn beschikking had. En dat ik ze veel eerder slachtoffers zou willen noemen. Daar moesten ze hartelijk om lachen. Ze snapten er dus geen kloten van. Na het uitwisselen van onze contactgegevens en rekeningnummers ben ik als een gek begonnen om mijn achterban dingen op het hart te drukken. Mijn eerste actie bestond uit een briefje bij de buren door de bus doen. Dat was gewoon een dichtgevouwen stukje papier met niks er op. Dat had ik ooit geleerd van iemand die weleens iets van Jozeph Goebbels gelezen had. Je moet de mensen eerst nieuwsgierig maken. Dat ze zelf alvast een aantal dingetjes in beginnen te vullen. Die hele Holocaust komt later wel.
Er hing weer iemand van de RIVM aan de lijn. Ze vonden die Holocaust-opmerking een hele onsmakelijke. Ik vroeg waar ze die Holocaust-opmerking vandaan hadden gehaald. Ik had bij mijn achterban alleen maar een leeg stuk papier door de bus gedaan, de Holocaust-opmerking was alleen maar een gedachte die ooit door mijn hoofd was geschoten. Dat kon goed zijn, maar die gedachte had dus een digitaal spoor achtergelaten en nu was er een klacht binnengekomen van 1 of andere stadsdichter uit Haarlem die vond dat ik hem onder zijn veren schoot. Ik sputterde nog tegen dat ik helemaal geen buren in Haarlem heb wonen, maar daar ging het niet om. Ik had me moeten realiseren dat ik met mijn gedachtes anderen op ideeën zou kunnen brengen en er zijn nu eenmaal mensen die daar niet mee om kunnen gaan. Ik vroeg de meneer van de RIVM waar de mensen dan niet mee om zouden kunnen gaan? Dat moest hij even na gaan vragen. Het bleek dat hij vond dat mensen welliswaar allemaal hun eigen verantwoordelijkheid dragen maar dat sommige mensen een andere verantwoordelijkheid dragen dan anderen. Ik vroeg hem of hij dat even voor mij op papier zou willen zetten. Daar kon hij niet aan beginnen. Op papier gaan dat soort dingen een eigen leven leiden en deze hele campagne was er nu net op gericht om de mensen ervan te overtuigen dat het leiden van een eigen leven er de komende jaren niet meer in zit. Zeg dat dan. #Julliedoennietmeermee.