Nou. Dan moet ik het maar doen. Voor Volk en Vaderland! Die 4 mei-lezing bedoel ik. Zo moeilijk kan dat toch niet zijn. Ik heb Schindler’s List gezien. Saving Private Ryan. Er ist wieder da! Het lijkt me dat ik voldoende bagage heb verzameld om met gezag te verkondigen dat oorlog een onvoorstelbare verspilling is van tijd, mens en materieel. Komt nog bij dat ik geen Marokkaan ben. Dus daar kan geen journalist van de Telegraaf me op aanvallen. En de keren dat ik domme dan wel provocerende dingen heb gezegd over het Joodse Volk, stond ik zo nuchter als een kalf op een podium. Dat kan dus nooit antisemitisme zijn geweest. Dat was een artistieke prestatie. Het kan natuurlijk zijn dat er mensen zijn die vinden dat het zeer ongepast is om de 4 mei-lezing voor te dragen met een zwaar Twents accent. Omdat daardoor de indruk gewekt kan worden dat we het oorlogsleed toch een tikkeltje minder serieus aan het nemen zijn. Ik wil de mensen van het Nieuw Israëlietisch Weekblad bij deze gerust stellen: Ik loop al bij een logopedist! Nou ja. Het is niet echt lopen. Ik zit online een cursus te volgen. Wat we wel even moeten kortsluiten is hoe ik straks met die avondklok weer terug kom in Twente. Want wat ik een beetje begrijp uit de literatuur is dat juist dat vermaledijde Amsterdam een historisch onveilige plek voor de Joden is. Niet dat ik een Jood ben. Maar ik weet wel wat een Jood is. En als je weet wat een Jood is, dan weet je jezelf heel aardig te redden. Dat is tenminste wat ik ervan begrepen heb. Mijn 4-mei lezing zal gaan over verbinding. En ik zal die verbinding tot stand brengen door de lezing van Arnon Grunberg te plagiëren. Dat zeg ik er nu alvast bij. Dat ik daar straks geen gezeik mee krijg. Ik zal alleen ‘De Marokkaan’ in die lezing vervangen door ‘De Inwoner van Tubbergen’. Om toch even op uiterst subtiele wijze aan te geven dat er ook ver buiten de Randstad sprake is geweest van onvoorstelbaar leed. Ook zal ik bij die gelegenheid een indianentooi dragen. Niet alleen om de Oprechte Aandacht voor de Menselijke Tragedie tot ver over de oceaan te trekken maar ook om aandacht te vragen voor het carnaval dat zwaar onder druk staat. Dat we dit jaar ook de mensen uit het Zuiden bij de dodenherdenking betrekken. Die hebben toch al een rotjaar achter de rug. Als Boodschap van Vrede zal ik ergens in de lezing ook nog vermelden dat ik mijn vaccin ga schenken aan zomaar een Palestijn. Het liefst natuurlijk een bloedmooi exemplaar. Maar het mag ook een ontzettende lelijkerd zijn. Dat mag nooit een punt van discussie zijn. Wat ik uiteindelijk met mijn lezing wil bereiken? Heel simpel. Dat werkelijk iedereen na afloop zal denken: Dat nooit weer.